Aanvullende informatie op het boek Verborgen in doosjes.
Ik heb vier doosjes gevuld met negatieven in het formaat 13x18cm van de merken Hauff, Gevaert en Wellington. En negen met negatieven in het formaat 9x12cm van de merken Hauff, Wellington, Agfa en Brebico. Het is voor mij duidelijk dat door de familie met twee verschillende camera’s is gefotografeerd.
Hauff
De apotheker Julius Hauff richtte in 1870 een chemische fabriek op aan de Sedanstrasse in Feuerbach. In eerste instantie hield de fabriek zich bezig met het fabriceren van ontwikkelaar en andere chemicaliën voor de fotografie. Maar tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde Feuerbach zich tot een gerenommeerde productielocatie voor chemische producten die in de oorlog gebruikt konden worden. In het bijzonder was het J. Hauff die een belangrijke bijdrage leverde met het picrinezuur dat nodig is voor de productie van explosieven, fotoplaten en films voor luchtvaartdoeleinden.
Op het etiket van ‘ons’ doosje met negatieven staat het type glasplaat, het emulsienummer en de lichtgevoeligheid. Er bestond nog geen wereldwijd gebruikte standaard om de lichtgevoeligheid van negatiefmateriaal te duiden. Zo ken ik zelf nog de filmrolletjes waarop de lichtgevoeligheid zowel in het Duitse DIN als het Amerikaanse ASA stond, bijvoorbeeld 21 DIN/100 ASA. Tegenwoordig hebben we het in de hele wereld over ISO. Voor de negatieven van Hauff gebruikten ze het nu onbekende Scheiner, een vergelijkingsschaal bedacht door de astrofysicus Julius Scheiner. 10° Scheiner is vergelijkbaar met 5° DIN. De negatieven in het Hauff doosje zijn 7° Scheiner dus ongeveer 3 DIN wat neerkomt op een lichtgevoeligheid van 2 ISO! Je begrijpt nu waarom mensen in die tijd heel stil moesten zitten om scherp op de foto te komen.
Gevaert
Het begon in de fotografiezaak van Lieve Gevaert en zijn moeder in Antwerpen. De Belg vond het fotopapier dat hij uit het buitenland moest halen veel te duur. Hij besloot om zelf fotopapier te maken en zo ging hij Calciumpapier fabriceren. Dit voordelige papier was erg in trek bij (amateur) fotografen. De verkoop breidde zich uit tot buiten de grenzen en rond 1920 werd er zelfs een filiaal in Amerika opgericht. Men beperkte zich niet alleen tot fotopapier maar ging ook andere fotoproducten maken waaronder ‘droge plaat’ glasnegatieven.
Wellington
Wellington and Ward is opgericht door de Engelse fotograaf en wetenschapper Arthur John Wellington (1860-1939). De fabriek lag net buiten London in het plaatsje Elstree. In de jaren tachtig ging hij samenwerken met George Eastman van Kodak. Wellington maakte droge platen met een hogere lichtgevoeligheid. De firma werd in 1930 overgenomen door Ilford.
Agfa
De afkorting staat voor Aktiengesellschaft für Anilinfabrikation nabij Berlijn. Aanvankelijk produceerde Agfa vooral kleurstoffen. De oprichters waren Paul Mendelssohn-Bartholdy en Carl Alexander von Martius. De productie verschoof vanaf 1916 van kleurstof fabricage naar materiaal voor kleurfotografie. Vanwege de slechte lucht in Berlijn voornamelijk veroorzaakt door stoomocomotieven zocht men voor het fabriceren van fotomateriaal een andere locatie. De keuze viel op de gemeente Wolfen waar de Filmfabrik Wolfen uit de grond werd gestampt. Het was de grootste Europese filmfabriek, alleen de fabriek van Eastman Kodak in de VS was een stukje groter. In 1964 fuseerde Agfa met het Belgische Gevaert.
Brebico
Een samengestelde merknaam van de firma Bremaphot Biedebach & Co uit Bremen. Dit was geen fabrikant van glasnegatief materiaal maar een groothandel in fotografie artikelen gevestigd in de Birkenstrasse 18-19.
Oude negatief soorten
Het Albumine negatief
Dit is uitgevonden door Nièpce in 1848. Het lichtgevoelige materiaal werd in het begin op papier aangebracht, later experimenteerde hij met glas. Voor een goed resultaat werden hele lange sluitertijden gebruikt. De kwaliteit van de foto is grofkorrelig en niet al te scherp. Deze negatieven zijn tussen 1848 en 1885 gebruikt.
Collodium
Deze natte plaat techniek werd vanaf 1851 gebruikt. Er werd collodium met kaliumjodide gelijkmatig over de glasplaat verdeeld. Als het vluchtige collodium bijna verdampt was werd het glas met het lichtgevoelige zilvernitraat behandeld. Men moest de plaat vlak voor het gebruik in de camera prepareren anders werd de plaat droog en verloor zo zijn lichtgevoeligheid.
Gelatine
De droge plaat werd uitgevonden door Richard Lee Maddox. Eastman (Kodak) ontwierp een machine om de negatief plaatjes machinaal te fabriceren. Zo kon er in grote getalen lichtgevoelig materiaal worden gemaakt. De gelatine werd gebruikt als bindmiddel voor de lichtgevoelige zilverdeeltjes. Er werden hardingsstoffen toegevoegd om de lichtgevoelige laag minder kwetsbaar te maken. Gelatine is echter wel gevoelig voor vocht waardoor er schimmels op kunnen ontstaan.
Nitraat negatieven
In de doosjes die ik bezit zitten ook een aantal Nitraat negatieven. Bekend is dat dit zeer brandbaar materiaal is. Het voordeel was dat dit materiaal makkelijker mee te nemen was dan de kwetsbare glasplaatjes. Later volgde cellulose en polyester als transparante drager voor het negatief.