Eind 19de eeuw werd de dunne albumine foto ter versteviging op een stuk karton geplakt. Op de achterkant van het karton plaatsten de fotografen steeds rijker gedecoreerde reclame uitingen. In dit artikel kijken we naar de achterkantjes van fotografenfamilie Huijsen uit Hoorn.
Vader Johannes Adrianus Jacobus Huijsen werd in 1826 geboren te Haarlem en werd daar rond 1849 sigarenhandelaar. Naast de verkoop van sigaren begon hij met het maken van portretfoto’s. Je zou bijna denken dat door de sigarenrook er een sepiatoon in de foto’s kwam, maar dat werd gecreëerd door een ander chemisch proces. Hij verhuisde in 1863 naar Hoorn en ging samenwerken met F.D. Rosmalen, samen richtten ze zich op het maken van Carte de Visite. In 1873 was Rosmalen intussen voor zichzelf begonnen, dus ging hij samenwerken met zijn zoon Johannes Maria Petrus Antonius en heette de firma vanaf dat moment Huijsen & Zoon. Het fotoatelier kon men bezoeken in de Nieuwstraat 2 (69) te Hoorn.
Zoon J.M.P.A. Huijsen had op een gegeven moment genoeg van de Carte de Visite fotografie. Hij ging in de leer bij Max Corsman en daarna in diverse steden door het hele land aan het werk. Hij hield zich bezig met stadsgezichten, genrevoorstellingen, portretten, reclame- en reproductiefotografie.
In 1907 richtte Johan (J.M.P.A.) Huijsen samen met Adriaan Boer en Ernst A. Loeb de Nederlandsche Club voor Fotokunst (NCvFK) op. Daarnaast was hij lid van verschillende verenigingen: de AFV, de NFK en de NFVP. Huijsen deed bestuurswerk, gaf voordrachten en nam plaats in diverse jury’s, zoals de jury van de internationale fototentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam in 1908.
Huijsen was ook een van de bestuursleden van het comité ‘Vereeniging tot vorming eener collectie fotografieën in het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem’, dat zich tot doel stelde in een bestaand museum in Haarlem een fotografisch museum op te richten. In 1936 was hij degene die de daartoe gevormde Haarlemse collectie aan de BNAFV (Bond van Nederlandsche Amateur Fotografen Vereenigingen) overdroeg, die in 1953 werd ondergebracht bij het Leids Prentenkabinet, nu onderdeel van de universiteitsbibliotheek van Universiteit Leiden
De andere zoon van vader Johannes die zeer origineel ook Johannes heette maar dan met Laurens Theodorus erachter nam de zaak van zijn vader over in de Nieuwstraat. Je merkt aan de foto’s dat deze meneer technisch zeer bekwaam was. Zijn werk ziet er gelikt uit en hij weet het ook mooi te presenteren. J.L.T. verhuist met zijn bedrijf binnen Hoorn naar Ramen 17.
Deze Johan, heeft gedurende de uitvoering van zijn vak diverse andere fotografen mogen opleiden. Die fotografen zijn weer met een eigen atelier van start gegaan.
De afbeeldingen in dit artikel zijn reproducties van originelen die in het bezit zijn van crisiscolors.nl (Geri van den Boom)